Interieur
De binnenkant van de kerk maakt een ruime en statige indruk. Het ruimtelijk effect wordt nog vergroot door het transept aan de noordkant, ‘It Nije Ein’. De strakke witte muren worden verlevendigd door decoratief stucwerk langs kroonlijsten en bogen. Maar de blik wordt vooral getrokken door het monumentale orgelfront, de rijk versierde kansel en het doophek.

De gedraaide zuilen van de preekstoel zijn omslingerd door ranken. De trap is niet origineel, deze dateert van de nieuwbouw in 1874.
Het ruggeschot vertoont ophet paneel de gekroonde alliantiewapens Cammingha (afgesneden) en Donia.
Heel opmerkelijk zijn de beide vleugelstukken: spiraal-vormige verbindingsstukken, van boven uitlopend in een vrouwenfiguur en van onderen in een dolfijnenkop. De vrouw rechts houdt een drinkschaal in de hand, de linker slangen.
Vermoedelijk symboliseert dit de deugden Gematigdheid en Voorzichtigheid. Onderaan de preekstoel is een zwarte ijzeren ring bevestigd, met daarin een geel koperen doopschaal. Op het doophek staat een geel koperen lessenaar.
Herenbank Camstra-Aebinga

Het wapen van de familie Camstra laat zich haast als een rebus lezen: Kam – Ster – Rad. Het is in meerdere kerken in Fryslân terug te vinden op rouwborden, grafstenen en kerkbanken, onder meer in Grou en Oentsjerk. Van iets latere datum is een eenvoudige herenbank (notabelenbank) aan de oostkant van de kerk.
De gewone kerkbanken stammen uit de tijd van de nieuwbouw van de kerk (1874), net als de reeks hangende petroleumlampen. De grote Avondmaalstafel is van recenter datum, namelijk van 1974. Het prachtige doopvont is ook nog relatief nieuw en gemaakt door een heel bekwame amateur-houtbewerker en gemeentelid: Liebbe Brouwer.
terug